zondag 1 november 2015

Ik ben anders dan de rest - Jochem Meyer



Ik heb gekozen voor dit lied omdat ik denk dat veel kinderen dit gedrag herkennen en omdat de kinderen het vast een erg grappig lied vinden om te luisteren en ze zullen het hierdoor ook makkelijker in hun hoofd krijgen. Ik heb deze luister opdracht gemaakt aan de hand van het stappenplan in het boek "Nieuw Geluid".

Stap 1:
Betekenis: de kinderen zullen dit lied associĆ«ren met hun eigen gedrag omdat elk kind wel eens zit te stuiteren op zijn/haar stoel.

Vorm: Er is sprake van herhaling omdat er een refrein in het lied voorkomt. Er is weinig contrast omdat er steeds verschillende tonen en tekst voorkomen. er is dus ook veel variatie.

Klank: er is erg veel variatie in klankduur en klank kleuren. Het is een erg druk lied met erg veel verschillen in klanken. Het refrein is in een erg rap tempo maar aan het eind van het lied zijn er gedeeltes met een veel lager tempo.

Luisterstijlen:
Analytisch: De kinderen luisteren vooral waar de tekst over gaat. De muziek is vrolijk en er wordt duidelijk gezongen.
Motorisch: De kinderen reageren fysiek op de muziek omdat de muziek vrolijk is en snel wordt gespeeld en gezongen.
Creatief; de muziek en de tekst roept een vrolijke sfeer op.
Sociaal: de tekst gaat over een druk kind en in een klas zitten meestal wel drukke kinderen. Ze leren dat ze niet vervelend zijn, maar een aanvulling op het klasgebeuren.
Musicerend: komt niet voor. Het gaat om de tekst en de vrolijke noot.

Stap 2: De kinderen zullen erg aandachtig luisteren naar de tekst en de opvallende vrolijke tonen in het nummer. De kinderen zullen ook mee bewegen met de muziek omdat het veel vrolijkheid los brengt .

3: ik zou de kinderen opsplitsen in groepjes en ze allemaal een verschillend dansje verzinnen. Ook kun je een klein toneel stukje verzinnen, de kinderen kunnen hierdoor makkelijk de muziek naspelen met verschillende voorwerpen en bewegingen.

4: De kinderen zullen veel bewegen omdat het een vrolijk lied is. Ook zullen ze analyseren omdat ze overeenkomsten zullen zoeken met hun eigen gedrag en met het gedrag van de musicus. De kinderen zullen ook in hun hoofd situaties creƫren wat overeenkomt met de tekst, bijvoorbeeld wat ze zelf ooit voor een fratsen hebben uitgehaald.

5: ik zou als didactische werkvorm kiezen de kinderen een dansje laten verzinnen en dat laten opvoeren voor de klas. De kinderen mogen gebruik maken van verschillende voorwerpen.

6:  de kinderen zullen een gelijkwaardige bijdrage hebben, de kinderen zijn allemaal even belangrijk.

7: als een verrassende opening zal ik wat vertellen over mijzelf omdat ik zelf ADHD heb en hoe ik mij dus kan inleven in het muziekstuk, ook zal ik voorwerpen laten zien wat ze kunnen gebruiken in het muziekstuk .

8: ik zal de opdracht nabespreken door het ze eerst laten opvoeren en de kinderen zelf om reacties te vragen over wat zij van het dansje vonden Ook zal ik vragen wat ze vonden van het lied en of ze de opdracht leuk vonden om uit te voeren.

9: ik heb de opdracht laten uitvoeren door kinderen waarop ik oppas, Ze vonden het lied erg leuk om naar te luisteren en ze begonnen gelijk te bewegen en probeerden om mee te zingen. Ze vonden de opdracht ook erg leuk om te doen en ze waren erg enthousiast om het aan mij te laten zien. Het was erg leuk om te zien hoe creatief ze waren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten